zondag 3 juli 2016

Lees verslag VI Verborgen Gebreken Renate Dorrestein


Leesverslag VI 



Renate Dorrestein, Verborgen Gebreken

Amsterdam, 2014, 23e druk (eerste druk 1996)

249 bladzijden

Genre: Psychologische Roman

Samenvatting: 

Het botert niet zo tussen Chris (10 jaar) en haar moeder. Wat ze ook doet, het is nooit goed. Als het gezin op vakantie is in Schotland doet Chris iets waar ze zeker voor op haar donder zal krijgen. Om haar straf te ontlopen, verstopt ze zich samen met haar broertje Tommie (4) tijdens de overtocht naar het eiland Mull in de auto van de zeventigjarige Agnes.
Agnes beseft heel goed dat ze de kinderen meteen naar hun ouders terug zou moeten brengen, maar zij heeft zo haar eigen redenen om zich over hen te ontfermen. Tijdens de paar dagen die Agnes en de kinderen doorbrengen in Port na Bà, het huis dat Agnes' broer Robert ooit voor de familie kocht, ontdekken Chris en Agnes steeds meer over elkaar. Ondertussen raakt Agnes in toenemende mate in de greep van het haar verleden en doet zij ontluisterende ontdekkingen. Chris is vooral boos - boos op haar moeder, haar broer, de wereld en zichzelf. Ondanks Chris' onmogelijke gedrag en scheldpartijen is Agnes vastbesloten Chris niet in de steek te laten. Chris op haar beurt ziet in Agnes een lotgenote, iemand die net als zijzelf slachtoffer is van de omstandigheden en die beschermd moet worden. Uiteindelijk hebben de goede bedoelingen van Chris en Agnes catastrofale gevolgen. 

Verwerkingsopdracht:

Een dag uit het dagboek van een van de Personen: 

Lief Dagboek,

Eigenlijk vind ik je helemaal niet lief, je bent immers maar een boek. Je geeft me ook nooit antwoord op de vragen die ik je stel, terwijl je inmiddels al heel veel over me weet. Bovendien vind ik schrijven in een dagboek stom, want dat is iets wat echte meisjes doen, je weet wel, van die meisjes die dol zijn op roze en op Barbies. 
zo’n meisje zou mijn moeder gewenst hebben te krijgen, een meisje dat Christine heette. Eentje die met Barbies speelde en er dolblij mee zou zijn wanneer zij de nieuwste barbiepop voor haar verjaardag zou krijgen. Ik verafschuw Barbies. Weet je nog, die ene keer? Toen ik het haar van mijn Barbie afgeknipt had en haar opgehangen had aan een strop? Mama, of, wat zeg ik nu? Sonja, bedoel ik natuurlijk, had haar opgeruimd en bedekt met een heleboel lage Barbie kleding. Ze kon het vast niet aanzien, haar dochter was veranderd in een monster. Ja, wat zal die Sonja me missen… Haar Christine is ze toch al kwijt, mijn naam is Chris, dat klinkt veel stoerder. Ik ben Chris en ik wil een paard. Jaap en Sonja gaven me mijn ‘ros’, een fiets. Ik kon hem Mr. Ed noemen. Dat deed ik dan ook, het is tenminste iets, toch?

Genoeg over die vervelende mensen. Ik schrijf je omdat ik iets kwijt moet en jij de enige bent die niet tegen me begint te schreeuwen. Ik heb vandaag iets heel erg stoms gedaan. Iets totaal wat totaal gestoord is en tegelijkertijd heel briljant. 
Ik was mezelf niet, de wurm beet in mijn darmen en ik voelde de olifant opnieuw op mijn schouders drukken. Waldo zei nog: ‘ Go do it to them before they do it to you!’ voordat hij naar Skye zou vertrekken. We stonden op de kade en er knapte iets in mij. Ik voelde me weer een engel met een tweesnijdend zwaard, de engel van de gerechtigheid. Ik voelde het schuldgevoel dat hij altijd alles voor mij moest doen, je weet wel, doordat wij ooit dat contract getekend hebben. 
Hij dacht dat ik hem opnieuw ging omhelzen, maar mijn handen troffen hem op zijn borst. Hij vloog achterover en bleef stil liggen. 

Ik greep Tommie bijdehand en probeerde te vluchten, maar Sonja en Jaap hadden ons al gevonden. Zij wisten niet wat ik gedaan had. We gingen de veerboot op en de enige uitweg die ik zag, was ontsnappen door in een andere auto te gaan zitten.
Uiteindelijk zaten Tommie en ik achterin de auto van een oudere mevrouw, Agnes. Zij was enorm verbaasd, maar nam ons toch mee. Ze sprak Nederlands gelukkig. Agnes nam ons mee naar een groot huis aan de kust, genaamd Port ná Ba. Later vertelde ze ons dat ze het huis samen met al haar broers gebouwd had. Agnes had een heel gek oog, dat staarde ons maar aan. Het was zo vreemd! Ik ben er wel achter gekomen hoe dat kwam hoor, ik weet namelijk graag alles. Agnes was haar oog verloren toen ze klein was en nu had ze een glazen oog. 
Ondanks dat Agnes een beetje vreemd was, was ze wel heel lief voor ons. Misschien heb ik haar een beetje te hard aangepakt. Als ik er nu zo over nadenk, is het heel bijzonder dat zij zo vriendelijk voor ons is geweest. Ze vond het zelfs niet erg dat Tommie overal overheen plaste. Agnes was een leuk mens, dit merkte ik zeker toen we mevrouw-jansen-gaat-naar-de-markt speelden. Dat was een onwijs gaaf spel. 
Ik mis Agnes. 
Nou, nu ben ik het weer zat om te schrijven, de rest van het verhaal blijft mijn kleine, grote geheim.


Chris

maandag 9 mei 2016

Leesverslag V Hersenschimmen - Bernlef

Hersenschimmen- Bernlef

Auteur: Bernlef
Titel: Hersenschimmen
Plaats en jaar van uitgave: Querido’s uitgeverij, Amsterdam/Antwerpen, 2016 ( 59e druk)
Eerste druk: 1984
Aantal Pagina’s: 176
Genre: psychologische roman
Motto: A touching dream to which we are lulled, but wake from separately. –Philip Larkin

Samenvatting:
Maarten Klein is 71 jaar oud, hij en zijn vrouw Vera wonen samen in Gloucester, vlak bij Boston. Van origine zijn ze Nederlands. Maarten begint van de ene op de andere dag te dementeren. Zijn tijdsbesef verdwijnt als eerste, later denkt hij naar zijn werk te moeten, terwijl hij al jaren gepensioneerd is. Zijn herkenningsvermogen neemt steeds meer af en zijn vrouw kan het niet meer aan. Er komt hulp in huis en ondertussen verdwijnt Maarten steeds verder in zijn eigen wereld van losse flarden, zijn leven is geen eenheid meer en alles loopt door elkaar. Hij holt achteruit.

Recensie Bernlef Hersenschimmen

Hersenschimmen is geschreven door J. Bernlef, het is in 1984 uitgegeven. Hendrik Jan Marsman is geboren op 14 januari 1937 in Sint Pancras (Noord west Nederland). Hij is beter bekend onder zijn pseudoniem J. Bernlef. In zijn leven heeft hij onder verschillende pseudoniemen werk gepubliceerd, dit waren romans, verhalenbundels, gedichtenbundels en vertalingen. Zijn debuutboeken waren Kokkels en Stenen Spoelen, beiden uitgegeven in 1960. Deze bestaan uit gedichten (Kokkels) en verhalen (Stenen Spoelen) die hij instuurde voor de Reina Prinsen Geerligsprijs.
Vanaf de jaren zestig begon hij ook met het vertalen van Zweedse gedichten. Ook schreef hij recensies voor verschillende kranten en begon hij samen met G. Brands en K. Schippers het tijdschrift Barbarber. Hij had veel belangstelling voor Jazz en dit kwam vaak terug in zijn gedichten. Het werk van Bernlef is erg vaak bekroond met prijzen. In 2008 schreef hij het boekenweek geschenk. Vlak voor zijn dood op 29 oktober 2012 in Amsterdam, kwam zijn laatste boek uit.
Het boek Hersenschimmen schreef hij in 1984 en betekende zijn doorbraak naar een breder publiek. Inmiddels zijn er van de Nederlandse versie bijna een miljoen exemplaren verkocht en is het boek gepubliceerd in 10 andere talen. In 1988 werd het verhaal verfilmd.

Het verhaal is een psychologische roman, met dementie in de hoofdrol, maar dat is niet alles. Het is ook een liefdesverhaal ‘met een tragisch einde’.
Ik verwachtte niet veel van het boek, omdat het normaal niet mijn stijl is. Toch maakt de achterkant nieuwsgierig, hierom heb ik het een kans gegeven.

Het verhaal gaat over Maarten Klein, een 71 jarige man die van de ene op de andere dag begint te dementeren. Maarten is getrouwd met Vera en samen wonen ze in Gloucester, vlakbij Boston. Ze komen van origine uit Nederland en hebben daar twee kinderen, Kitty en Fred. Maarten verliest steeds meer het besef van de werkelijkheid. Dit uit zich eerst in het vergeten van de tijd en naar zijn werk gaan, terwijl hij met pensioen is. Later breekt hij deuren open en herkent hij mensen niet meer. Vera’s liefde voor hem is groot, maar de Maarten van vroeger herkent ze haast nooit meer terug.
Hersenschimmen is een bijzonder boek, je kruipt als het ware in het hoofd van een dementerende man. We hebben allemaal wel een beeld van dementie, maar wanneer je dit verhaal gelezen hebt, krijg je er een hele andere kijk op. Je krijgt alle gedachtenspinsels mee van de hoofdpersoon, waardoor je duidelijk voelt in wat voor verwarring hij terecht gekomen is. Niet voor iedereen zal het even snel duidelijk zijn wat de realiteit is en wat hij zich in beeld, dat zou voor deze mensen een minpunt zijn. Maar, wanneer je het zelf goed doorhebt wat er in het verhaal gebeurd, denk ik dat je volop begrijpt wat Maarten doormaakt. Ik vind persoonlijk dat dit verhaal gelezen moet blijven worden, er is nog veel onbegrip voor psychische ziekten en met name voor dementie. Dit boek is erg leerzaam en ik denk dat mensen hierdoor ook met meer begrip naar dementerenden zullen kijken. Het verhaal is niet erg gedateerd, de intermenselijke communicatie is van alle tijden en bepaalde uitvindingen spelen geen belangrijke rol.


Dit verhaal is een verhaal waar je niet omheen kunt. Doordat het vanuit de ik-vorm geschreven is komt het goed binnen en kan je je goed inleven in de hoofdpersoon. Naar mijn mening is het een erg leerzaam boek, maar ook erg emotioneel. Het is best heftig hoe erg Maarten verward raakt en hoe Vera eigenlijk haar man steeds verder verliest. Het heeft mijn verwachtingen overtroffen en ik raad iedereen aan dit boek te lezen, omdat iedereen ergens in zijn leven met dementie te maken krijgt en hierdoor zal je het beter begrijpen. 

Bron autobiografie Bernlef: http://www.bernlef.net/web/Biografie.htm 

maandag 21 maart 2016

Boek IV Ventoux

Boek IV

Bert Wagendorp, Ventoux

Groningen, 2015 eerste druk: 2013 plaats: Amsterdam/Antwerpen

233 bladzijden

Genre: psychologische roman, sportverhaal, schoolverhaal, avonturen roman

Samenvatting:
Ventoux is een roman over de vreugde, dramatiek en geheimen van de vriendschap. De zes hoofdpersonen leerden elkaar kennen in Zutphen, waar ze opgroeiden. Het dramatische hoogte- en dieptepunt van hun vriendschap speelde zich af toen ze, 18 jaar oud, in 1982 een kampeervakantie in Zuid-Frankrijk doorbrachten, waarbij drie van hen de Galibier en de Ventoux beklommen. Bij de afdaling van de Ventoux kwam een van de drie, Peter, om het leven.
Na het ongeluk viel de vriendenclub langzaam uiteen. Het meisje, Laura, op wie bijna iedereen heimelijk verliefd was, vertrok naar Italië en liet nooit meer van zich horen. De compromitterende feestspeech die een van de vrienden hield op het huwelijk van verteller/ik-figuur Bart Hofmann, vormde de genadeklap.
Als de roman begint, zijn we dertig jaar verder. Bart, inmiddels gescheiden en vader van een dochter van 19, is misdaadverslaggever bij de Volkskrant. Hij heeft alleen nog contact met David, die in Zutphen een reisbureau drijft, maar door een samenloop van omstandigheden duiken in kort tijdsbestek alle oude vrienden opnieuw op in zijn leven.
Hij ontmoet André in de rechtbank, als deze wordt vrijgesproken van de verdenking van handel in cocaïne, belt natuurkundeprofessor Joost wanneer die blijkt te zijn genomineerd voor de Spinozaprijs en ontvangt via Facebook een uitnodiging van de nog altijd in Italië woonachtige Laura. Ze is komende zomer in Avignon, waar ze een theaterstuk regisseert en nodigt de vrienden uit langs te komen.
De vier vatten het plan op om bij die gelegenheid opnieuw de Mont Ventoux te beklimmen en hoewel het niet met zoveel woorden wordt gezegd, is het duidelijk dat niet alleen liefde voor het fietsen en sublimatie van de midlifecrisis, maar ook een behoefte aan rouwverwerking hiervan de drijfveer is.


Informatie map:
Bert Wagendorp is op 5 november 1956 geboren in Groenlo. Hij is afgestudeerd in de Nederlandse taal en – letterkunde aan de universiteit van Groningen. Momenteel is hij werkzaam als columnist bij de Volkskrant een redacteur van het wielertijdschrift  De Muur. Eerder was hij sportverslaggever voor de Leeuwarder Courant en deed hij verslag van de Tour de France voor de Volkskrant. Hij heeft inmiddels een dochter, Hannah, van 19 jaar.

Bibliografie:
1995 - De Proloog (roman)
2002 - Tussen Bordeaux en Alpe d'Huez, Nederland in 100 jaar Tour de France (met Frans van Schoonderwalt en Leo van de Ruit)
2005 - De dubbele schaar (verhalen)
2006 - Sportleven (verzamelde sportstukken)
2008 - Het kan altijd erger (verzamelde columns, met tekeningen van Jos Collignon)
2008 - HNS Sportboek (met Paul Onkenhout en John Schoorl)
2009 - Ard Schenk (biografie) met Wybren de Boer en Frans Oosterwijk
2010 - De wereld volgens Wagendorp (verzameling columns en verhalen)
2010 - Digue Ventoux (met illustraties van Sjaak Bos)
2013 - Ventoux (roman)
2014 - Het jongensparadijs (verzamelde columns en andere stukken)
2015 - Vader en dochter boek (met dochter Hannah)
Recensie:
Interview:
Column: (wegens gebrek inlogcode slechts een deel)

Ventoux, een autobiografisch verhaal?

In 2013 werd het boek Ventoux, geschreven door Bert Wagendorp, uitgegeven. De naam Bert Wagendorp zou bij lezers van de Volkskrant een belletje moeten doen rinkelen, tenminste bij de sportfanaten onder hen. Bert interesseert zich namelijk vooral in sport, hij heeft dan ook al meerder malen de Tour de France verslagen en was voor zijn carrière als columnist bij de Volkskrant, sportverslaggever. Nadat hij de Ventoux zelf beklommen had, schreef hij het boek Ventoux, een verhaal wat voor de oplettende lezer veel autobiografische kenmerken bevat.

Bert Wagendorp, Bart Hoffman, achternamen totaal anders, maar de voornamen zijn bijna gelijk. Hierdoor zou je als lezer vanaf regel één al het idee kunnen hebben dat je in een autobiografisch verhaal terecht gekomen bent. Echter, is deze Bart, niet in Groenlo geboren maar in Zutphen en is hij iets jonger dan de schrijver.
Wat wel een opvallende overeenkomst is, is dat Bart misdaad journalist voor een landelijke krant is en daarvoor op de sportredactie van de Volkskrant gewerkt heeft. Net als de schrijver. Echter werkt Bert wagendorp als columnist voor de Volkskrant op dit moment en niet als misdaadverslaggever, maar tot op zekere hoogte komt dit overeen.
Ook heeft Bart verslag gedaan van de Tour de France, iets wat Bert Wagendorp in zijn leven ook meerdere malen gedaan heeft. Die link zou je als lezer ook snel kunnen leggen.
In het verhaal heeft Bart een dochter, Anna, Bert heeft zelf een dochter van ongeveer dezelfde leeftijd met de naam Hannah, aan wie het boek ook opgedragen is.
Wagendorp beklom zelf in 2009 voor het eerst de berg en in 2012 nogmaals, hij heeft zijn verhaal dus kunnen baseren op zijn eigen ervaringen. In een interview omschreef hij de berg als ‘gevaarlijk veranderlijk’, wat overeenkomt met de beschrijvingen uit zijn boek. In datzelfde interview heeft hij gezegd, dat hij de berg kende uit ‘De Renner’ van Tim Krabbé, een titel die door Bart Hoffman in het boek genoemd wordt. 

Het boek ‘Ventoux’ bevat dus wel degelijk autobiografische kenmerken, daar kan je niet omheen. Zeker doordat het verhaal vanuit de ik-vorm verteld wordt, kom je erg snel tot die conclusie. Ook is het logisch dat een schrijver elementen uit zijn of haar eigen leven in een verhaal verwerkt. Iets meemaken is de enige manier om een waarheidsgetrouw verhaal neer te zetten, met daaromheen natuurlijk de nodige fictieve kenmerken en karaktertrekken. 

zondag 10 januari 2016

Verslag, korte verhalen - Dat we het misschien weer konden vergeten - Maartje Wortel

Dat we het misschien weer konden vergeten

Maartje Wortel

Mijn belangrijkste vragen:

-Wat is er gebeurd waardoor ze verhuisd zijn en niet meer over kinderen kunnen praten?
-Hoe is het kinderlijkje in het water terecht gekomen?

In ons gesprek hebben we meerdere antwoorden besproken, eigenlijk zou de discussie nooit kunnen eindigen, omdat niemand het antwoord heeft. 

Op de eerste vraag hebben wij de volgende mogelijkheden besproken:

Bij het lezen van het verhaal dacht ik zelf dat ze wellicht in het huis waar ze eerst woonden een kind hebben gekregen/willen krijgen en dat dit niet mogelijk was. Ook hebben we het er in ons gesprek over gehad dat de vrouw een miskraam zou kunnen hebben gehad. Een andere optie zou zijn dat ze wel daadwerkelijk een kind hebben gekregen, maar dat het verongelukt of ontvoerd is. Hierdoor hebben ze waarschijnlijk een nieuwe start willen maken en zijn daarom verhuisd. Ook zou er iets met zijn vrouw gebeurd kunnen zijn waardoor ze geen kinderen meer kan krijgen.
De tweede vraag was helemaal een vraag waar tal van antwoorden mogelijk zijn. In het verhaal wordt geschreven over mensen die zich in het water gooien, dus hebben we het erover gehad dat het zelfmoord zou kunnen zijn geweest, echter, het leek ons voor een klein kind geen logische verklaring. Het kind zou wel bij de waterkant gespeeld kunnen hebben en in het water gevallen zijn of van een boot. Een andere mogelijkheid is dat het kind slachtoffer is geworden van een misdrijf, of zelfs een familiedrama.

Het lijkt mij het meest logisch dat er iets met hun kind gebeurd is, in het verhaal staat: “Een paar jaar geleden hadden we elkaar beloofd om nooit meer over kinderen te praten. We waren naar de andere kan van de stad verhuisd en dat was het.” Hierdoor lijkt het alsof er iets verschrikkelijks gebeurd is (het verliezen van een kind) waar ze niet meer over willen praten. Je verhuist niet zomaar, ze hebben waarschijnlijk de plek waar ze met het kind gewoond hebben niet meer aan kunnen zien.
De meest logische verklaring voor het feit dat het meisje in het water beland is, lijkt mij dat ze door een misdrijf om het leven gekomen is en in het water gedumpt is. Als ze in het water gevallen was, was ze waarschijnlijk al lang gevonden omdat ze dan zouden hebben geweten waar ze ongeveer te water geraakt zou zijn. In het verhaal staat: “Haar lichaam was opgezwollen en haar neus was verdwenen, weggevaagd door de bodem van het IJ.” Het lijkt erop dat ze al lang daar gelegen heeft, misschien is ze wel vermist geweest en heeft de politie dus niet in het water gezocht.

Ondanks dat het een verhaal van nog geen 4 bladzijden is, vind ik het een erg duidelijk geschreven verhaal, wat veel vragen bij me oproept. Je blijft erg alert omdat er in hele korte tijd veel informatie gegeven wordt, alleen krijg je maar een deel van de informatie, waardoor je enkel op je vermoedens af gaat. In gedachte maak je het verhaal veel groter dan het daadwerkelijk is.

Het gesprek dat wij gehad hebben is goed verlopen, ik verwachtte dat we allemaal min of meer dezelfde antwoorden zouden hebben, maar soms bleek dat iemand een hele andere kijk op het verhaal had. Daar leer je best veel van. Het was dus zeker nuttig om over de vragen en het verhaal te discussiëren.


vrijdag 11 december 2015

Recensie Morgen ben ik weer thuis, Simone van der Vlugt


Simone van der Vlugt, Morgen ben ik weer thuis

Nederland, tiende druk 2014, eerste druk 2013

277 bladzijden

Literaire thriller, Spanning en avontuur

Morgen ben ik weer thuis gaat over Britt Strijbis, een meisje van 11 jaar. Britt is gek op turnen en als ze op een dag hoort dat ze bij de selectie mag, is ze dolblij. Helaas zal ze hier niet lang van kunnen genieten, op weg naar huis wordt ze ontvoerd en meegenomen naar een verlaten huis. Uiteindelijk blijkt haar vader, een gedetineerde die ontsnapt is uit de gevangenis in Vught, haar mee te willen nemen naar Polen. In de auto naar Polen verstuurd Britt stiekem sms'jes met korte hints naar haar moeder, ondertussen raakt de batterij van haar telefoon steeds verder leeg. Haar vader steelt auto's om niet gevonden te worden en ze blijven overal maar kort. Uiteindelijk ontsnapt Britt en dwaalt rond in een groot bos.
Rechercheur Lois Elzinga onderzoekt met haar team de zaak van Britt. Wanneer zij een aantal dagen vrij heeft, laat zij zich tegen alle regels in, ompraten door Mirjam (de moeder van Britt), om mee te gaan naar Duitsland. 

Recensie

Morgen ben ik weer thuis

Dit boek is geschreven door Simone van der Vlugt, geboren te Hoorn in het jaar 1966. Ze is in Nederland bekend geworden met het boek 'De Reunie' (2004) en inmiddels zijn haar boeken in meerdere landen verschenen. Ze heeft vele succesvolle thrillers, historische romans en historische jeugdboeken geschreven. Samen met haar echtgenoot heeft zij meerdere verhalen geschreven over de reizen die zij samen gemaakt hebben.
 Het boek Morgen ben ik weer thuis is een deel in een thrillerreeks over Lois Elzinga. Het wordt door recensenten erg positief beschreven.

Mijn verwachtingen van het boek waren in het begin niet zo hoog, aangezien de boeken die ik eerder van haar gelezen heb mij niet erg aanspraken. Toch heb ik het een kans willen geven, ik kende immers alleen nog maar haar jeugdboeken. Het uiterlijk van dit boek is daarentegen wel veelbelovend.

Om maar meteen met de deur in huis te vallen (het verhaal gaat immers over de recherche, die vallen wel vaker een huis binnen), ik vond dit een erg goed boek. De verhaallijnen zijn uiterst slim in elkaar gedraaid en de personages maken pakkende opmerkingen. Aan het begin van het verhaal dacht ik wel: ‘daar gaan we weer, opnieuw een schrijver die een serie politie thrillers heeft besloten te schrijven.’ Ik had zo mijn vooroordelen over Van der Vlugt, maar met dit boek heeft ze mij bewezen dat daar niets van klopt, binnen twee dagen was het uit en daar baalde ik enorm van.
Het boek beschrijft twee verhaallijnen, een waarin we meekijken met Britt Strijbis, een elf jarig turntalentje. De andere verhaallijn beschrijft het leven van Lois Elzinga, rechercheur bij de politie van Alkmaar.
Britt woont samen met haar moeder Mirjam, haar vader kent ze niet. Hij is een crimineel en zit eigenlijk zo lang als Britt zich kan herinneren vast in de gevangenis van Vught. Wanneer Britt ontvoerd wordt, schemert Mirjams angst dat haar ex-man Roy, de vader van Britt, achter de ontvoering zit, al door. Dit vind ik persoonlijk erg prettig lezen omdat je steeds hints krijgt over wat er mogelijk gebeurd is, maar toch continu met vragen blijft zitten.
Uiteindelijk blijkt Mirjam gelijk te hebben, Lois was inmiddels ook op het spoor van Roy beland. Hij is ontsnapt. Als lezer heb je een informatie voorsprong, je weet meer dan Lois en Mirjam, omdat je ook de verhaallijn van Britt volgt. Zij hebben vragen, waarop jij als lezer de antwoorden al weet. Je wilt hierdoor graag doorlezen, je hebt een vermoeden van wat komen gaat, maar weet nog niet zeker hoe precies.
Een ander punt dat voor de zekere spanning zorgt, is het mobieltje van Britt. Als zij van turnen naar huis fietst merkt ze dat de batterij bijna leeg is en zet daardoor haar telefoon uit. Haar moeder en de politie denken hierdoor dat deze van haar afgepakt is. Echter, wanneer Britt in het busje ligt, merkt zij dat ze haar telefoon nog bij zich heeft. Helaas kan ze er op dat moment niet bij. Erg verwonderlijk is het, dat geen van haar ontvoerders opmerkte dat zij het mobieltje bij zich had. Enerzijds maakt het telefoontje het spannend, door de steeds terugkerende rol en vragen die je jezelf stelt als: ‘zal het lukken? Zal Mirjam het bericht op tijd binnen krijgen?’ Anderzijds zwakt dit het verhaal af, omdat het (althans voor mij) niet logisch is dat een beroepscrimineel er niet aan denkt om het af te pakken.
Hoe verder je in het verhaal komt, hoe meer spannende elementen er naar voren komen. Steeds wordt je op een ander spoor gezet over de bedoelingen van Roy en de uiteindelijke afloop voor Britt.
In de verhaallijn over Lois krijg je steeds meer achtergrond informatie over wie zij is. Op die manier kan je je steeds gemakkelijker inleven in wat ze voelt en leer je haar steeds beter kennen. Wat zij meemaakt, beleef je als bijzaak, maar het maakt haar personage wel duidelijk.
Wat het erg leesbaar maakt, is dat het erg actueel is. Wie het nieuws volgt, hoort regelmatig over vermissingen en hoe de media gebruikt kan worden om een kind terug te vinden. In het verhaal wordt bijvoorbeeld het ‘AmberAlert’ genoemd.

Ik zou iedereen die houdt van snel leesbare politie verhalen aanraden om dit boek te lezen, het leest gemakkelijk weg en bevat genoeg elementen om de spanning behoorlijk op te bouwen. Als je meer gecharmeerd bent van ingewikkelde complotten en wat meer diepgang verlangt, is het misschien niet de beste keuze.

Morgen ben ik weer thuis, Simone van der Vlugt
277 pagina’s
 Eerste druk 2013, Nederland

Door: Mayra Niekus 

vrijdag 30 oktober 2015

Boekverslag I 'Slaap zacht, Johnny Idaho' Auke Hulst

Boekverslag ‘Slaap zacht, Johnny Idaho’ door Auke Hulst

Het verhaal in het kort:

Het boek gaat over drie mensen, in het begin lijken ze niks met elkaar te maken te hebben, maar naar mate je verder leest kom je erachter dat ze een hele belangrijke rol in elkaars leven spelen.
Johnny Idaho is een jongen die naar alle waarschijnlijkheid een aanslag overleefd heeft. Echter, komt hij tot de ontdekking dat niet alles is zoals het lijkt. Na jaren in de woestijn geleefd te hebben, vertrekt hij met zijn enig bezit, een e-reader, naar 'de Archipel', de toekomstige wereld. Niks blijkt te zijn zoals het ooit leek te zijn...



Dit boek is voor een deel herkenbaar uit onze eigen belevingswereld, of beter gezegd, de belevingswereld van deze tijd op de plaats waar wij nu leven. Omdat het boek zich in de toekomst afspeelt, vinden de vroegste gebeurtenissen in de tijd waarin wij nu leven. Wanneer er een terugblik plaats vindt, wordt er gesproken over gebruiken die wij nu kennen zoals smartphones, tablets, e-readers en noem maar op. ‘De nieuwe wereld’ daarentegen is lastiger voor te stellen, daar is het heel normaal om alles met je vingerafdruk te regelen en er zijn e-taxi’s. Wel worden er actuele thema’s genoemd en worden er mogelijke scenario’s geschetst over de afloop van problemen waar wij nu tegen aan lopen (terroristische  groeperingen e.d.).

Het verhaal heeft mij zeker aan het denken gezet, ik ben mij steeds meer af gaan vragen of de ‘automatisering’ waar men mee bezig is, wel goed zal zijn. Zijn we straks nog mensen? Of veranderen we in voorgeprogrammeerde wezens zonder gevoel? En is er straks nog wel werk voor ons, als er zoveel robots zijn? Zijn we als mens misschien later overbodig? Doordat het verhaal vanuit verschillende personen verteld wordt, namelijk een zakenman, een wetenschapster en een doodnormale jongen, krijg je een heel duidelijk beeld van de voor en nadelen. De jongen is bijvoorbeeld gewend aan ‘het normale’. Hij heeft een smartphone, waarmee hij ‘WhatsAppt’, een e-reader waarop hij keer op keer het boek ‘Moby Dick’ leest. De wetenschapster is daarentegen gewend aan de nieuwe geautomatiseerde wereld, de Archipel, ze vindt het normaal om met de ‘wormlijn’ naar haar werk te reizen. De zakenman woont in Executive, de plaats in de Archipel voor de rijken, hij wordt hier bediend door robots.
Centraal in het verhaal was de vraag wat de drie personages met elkaar te maken hebben en waarom bepaalde zaken gaan zoals ze gaan. Je kijkt mee in de hoofden van de personages, waarvan er een uit de ‘ik’ persoon geschreven is en de andere twee ‘hij/zij’. Hun gedachten beantwoorden je vragen, maar roepen ook weer meer vragen op.
Er vinden best heftige gebeurtenissen plaats, om een paar voorbeelden te noemen:
Johnny heeft een (althans die indruk wordt gewekt) aanslag overleefd, daarbij heeft hij een zware jeugd gehad, hij kon niet terug naar huis en heeft jaren in de woestijn geleefd.
De zakenman, meneer Gerson, is terminaal ziek, zijn lichaam wordt langzaam opgeslokt door een zwarte massa.

Ondanks dat het verhaal zich in een hele andere wereld afspeelt, lijken de personages levensecht. Het is een erg realistische kijk op de toekomst en de personages handelen net als mensen nu, alleen met andere middelen en andere doelen.

De personages hebben sterke karakters en worden duidelijk beschreven. Dit komt onder andere door hun verschillende nationaliteiten, waar de auteu de kans heeft aangegrepen daar nadruk op te leggen en deze geweldig te beschrijven.

De auteur heeft veel gebruik gemaakt van flashbacks, dit vind ik vaak storend, maar nu niet. Deze flashbacks geven telkens antwoorden op vragen die je als lezer hebt. Dit houdt het verhaal spannend. De schrijver weet van deze onsamenhangende informatie toch een goed, helder verhaal te maken.
Doordat het vehaal uit korte hoofdstukken, elk door een andere personage verteld, bestaat, is het erg vlot te lezen en kan je het gemakkelijk even onderbreken. Dit houdt het afwisselend en zo heeft de schrijver voorkomen dat het saai wordt. Het verhaal raast in de laatste stukken op het plot af, aan de ene kant is dit jammer, aan de andere kant was het waarschijnlijk te langdradig geworden als het niet zo was.
De woordkeuze was echt van deze tijd, dat maakte het goed leesbaar. Ook heeft de auteur gebruik gamaakt van veel verschillende woorden. Een van de personages leest in het verhaal uit Moby Dick, de auteur citeert passages uit dit boek, hierdoor krijg je ook oudere stukken tekst te lezen.

De dialogen waren meestal duidelijk weergegeven, al had Johnny, een van de personages, regelmatig innerlijke dialogen, vaak zelfs letterlijk tegen de lezen. Dit maakte het ergens wel verwarrend, maar het sleepte je ook juist mee in het verhaal. Alsof je er letterlijk deel van bent.


Beknopte verhaalanalyse en beoordeling
Titel: Slaap zacht, Johnny Idaho
Auteur: Auke Hulst
Verschijningsjaar: 2015
Subject
Uitwerking
Inhoud
Johnny Idaho heeft een ramp overleefd, hij streeft ernaar dhr. Gerson, een zakenman in ‘De Archipel’ te spreken. Ook komt wetenschapper Hatsu naar voren, zij werkt voor dhr. Gerson, hij lijdt aan een nieuwe terminale ziekte. Uiteindelijk zijn de drie op bijzondere wijze met elkaar verbonden. Dit alles vindt plaats in een geautomatiseerde, nieuwe wereld.
Thema (hoofdonderwerp in abstractie)
  • De post traumatische stress van een jongeman
  • De vraag of de automatisering goed of fout is
  • De rol van geld in het streven naar een doel
Motieven (herhalende onderwerpen die gezamenlijk tot het hoofdonderwerp leiden)
  • Gezondheid
  • Criminaliteit
  • De controle over de mensen in ‘de Archipel’
Personen
  • Hatsu Hamada
  • Johnny Idaho
  • Willem Gerson
  • ‘De Woestijnrat’
Historische tijd en ruimte
     3 periodes:
       - De tijd van nu (in het verhaal vroeger) 2015
       - Een paar jaar daarna, ongeveer 2017
       - het nu perspectief in het boek, de toekomst



Plaatsen:
       
  • Denver, Idaho (de woestijn), Nederland, Japan, De Archipel, gelegen nabij Japan
Titelverklaring
Onderschrift
  • Wanneer Johnny onder het puin begraven ligt, heeft hij een bijna dood ervaring. Hij praat tegen zichzelf en zegt ‘slaap zacht, Johnny Idaho’
  • In ‘de Archipel’ verruild Johnny zijn vinger, voor die van iemand wiens vingerafdruk wél bekend is, hij neemt als het ware afscheid van zijn identiteit
Verteller (perspectief)
·         ‘ik’ Johnny
·         Willem Gerson
·         Hatsu Hamada
Genre
Roman
Spanning
·         De onzekerheid waarin Johnny leeft  als hij zich in de (waarschijnlijk criminele) onderwereld bevindt
·         De onbekende ziekte waardoor Gerson bedreigt wordt
·         De enorme druk waaronder Hatsu moet werken, ook wordt zij constant in de gaten gehouden
Stijl
De auteur laat duidelijk zijn mening over de toename van het gebruik van technologie blijken.
Vlot geschreven met korte hoofdstukken
Waardering in recensies
Veel lovende woorden
Persoonlijke waardering
Erg prettig geschreven, ondanks dat het zich in een niet bestaande wereld afspeelt, kan je je toch makkelijk inleven in de personages. Ik zou het boek een ruime acht geven!



dinsdag 6 januari 2015

Blok3 opdracht 2 verwerkingsopdracht 5

Eenmaal op het bureau aangekomen zag zag ik madar steeds verder wegdwalen in gedachten. Ik had het zo met haar te doen, ze had al zoveel meegemaakt. Padar zat maar een beetje heen en weer te schommelen, ook hij was bloednerveus. 
Ik zelf wist niet goed wat hij voelde. Ik was kwaad, verdrietig en ergens ook opgelucht, al wist ik niet goed waar dat gevoel vandaan kwam. Waarschijnlijk omdat ik nu eindelijk het constante vlucht gevoel los kon laten. Dat was nog het enige positieve aan dit hele verhaal, ik hoefde nu niet meer bang te zijn dat mijn familie veraden zou worden. Dat was het ergste wat hen tot nu toe kon gebeuren.  
Er kwam een agent binnen. Padar keek hem met een stalen gezicht aan. Madar droogde snel een paar tranen van haar gezicht.  
'Ik moet u helaas nog even laten wachten, er zijn wat problemen.'  
Padar keek naar mij, het duurde even voordat het tot me doordrong dat ik het voor hem moest vertalen.  
Toen Padar begrepen had wat er gezegd was knikte hij nors en zweeg. De agent verliet de kamer.  
Mijn broer zat in zichzelf mopperend aan de andere kant van de kamer. Hij voelde zich verraden, net als wij allemaal.  
'Wat is er mis?' Snikte Madar. 'Wat gaat er nu gebeuren?' 
'Misschien'.. Bromde Bashir. 'Misschien, komt alles toch nog goed.' 
'Hoe kan je dat nu zeggen mijn zoon?' snauwde Padar. 'We zitten als ratten in de val.' 
Ik dacht na, wat bedoelde hij? En wat bedoelde Bashir? Mijn hoofd stroomde over en werd er goed onrustig van..Wist Bashir meer? 
Met een luid kabaal vloog de deur open. Een brede man kwam stampvoetend de ruimte binnen. Hij maakte een angstaanjagende indruk op me, de rillingen liepen over mijn rug. Achter hem stond een man met een licht getinte huid, een buitenlander, net als wij. Maar hij had een functie, hem maakten ze niets. De wereld was niet meer eerlijk. Waarom de een wel en de ander niet?  
'Wilt u meekomen?' Vroeg de man met een zware, maar toch niet onvriendelijke stem.  
Vanuit mijn ooghoek zag ik dat Bashir hem een onopvallende glimlach toewierp. Ja, hij wist meer. Het was bevestigd. Padar stond op en wilde tegenstribbelen. Madar barstte bijna in tranen uit, ik snelde haar toe en greep haar bij haar schouders. 'Het is goed fluisterde ik in haar oor, we kunnen niets meer doen.' Diep van binnen wilde ik krijsen, wilde ik  vechten, maar ik wist dat het zo moest zijn.  
We volgden de mannen naar een busje, niemand bracht ook maar een woord uit. Mijn hart bonsde in mijn keel en zelfs ademhalen kostte me moeite. Het was een grijs modern busje, met geblindeerde ramen. Ik begon er vertrouwen in te krijgen, in wat wist ik niet, maar mijn gevoel en de glimlach van Bashir stelden mij gerust.  
De man opende de deur voor ons, eerst Madar, daarna Padar en als laatste mijn broer en ik.  
De metgezel van deze man startte de motor, we reden weg, weg bij het politiebureau. Madar snikte, padar balde zijn vuisten, Bashir was rustig.  
'Mijn naam is Walter Groen.' Zei de man. 'weest u maar gerust, het komt goed, u bent gered. Daar zorgen wij voor.'